klaargezeten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klaar·ge·ze·ten
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van klaarzitten: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/)
Werkwoord
vervoeging van: | klaarzitten… |
verbogen vorm: | klaargezetene |
klaargezeten
- voltooid deelwoord van klaarzitten