keylog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • key·log

Werkwoord

vervoeging van
keyloggen

keylog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keyloggen
    • Ik keylog. 
  2. gebiedende wijs van keyloggen
    • Keylog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keyloggen
    • Keylog je? 

Gangbaarheid