kartonneerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kar·ton·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kartonneren |
kartonneerde
- enkelvoud verleden tijd van kartonneren
- Ik kartonneerde.
- Jij kartonneerde.
- Hij, zij, het kartonneerde.
- Ik kartonneerde.
vervoeging van |
---|
kartonneren |
kartonneerde