kartonneerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·ton·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
kartonneren

kartonneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van kartonneren
    • Ik kartonneerde. 
    • Jij kartonneerde. 
    • Hij, zij, het kartonneerde.