karakteriseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·rak·te·ri·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
karakteriseren |
karakteriseerden
- meervoud verleden tijd van karakteriseren
- Wij karakteriseerden.
- Jullie karakteriseerden.
- Zij karakteriseerden.
- Wij karakteriseerden.