kapitaliseerden
Uiterlijk
- ka·pi·ta·li·seer·den
vervoeging van |
---|
kapitaliseren |
kapitaliseerden
- meervoud verleden tijd van kapitaliseren
- Wij kapitaliseerden.
- Jullie kapitaliseerden.
- Zij kapitaliseerden.
- Wij kapitaliseerden.
- Het woord kapitaliseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.