kalefaterde op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·le·fa·ter·de op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opkalefateren |
kalefaterde op
- enkelvoud verleden tijd van opkalefateren
- Ik kalefaterde op.
- Jij kalefaterde op.
- Hij, zij, het kalefaterde op.
- Ik kalefaterde op.