kadí

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka‧dí

Werkwoord

kadí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kadit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kadit