kaalvreet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaal·vreet

Werkwoord

vervoeging van
kaalvreten

kaalvreet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalvreten
    • ... dat ik kaalvreet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalvreten
    • ... dat jij kaalvreet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalvreten
    • ... dat hij kaalvreet.