kaalslaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaal·slaat

Werkwoord

vervoeging van
kaalslaan

kaalslaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalslaan
    • ... dat jij kaalslaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalslaan
    • ... dat hij kaalslaat.