kaalschoor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaal·schoor

Werkwoord

vervoeging van
kaalscheren

kaalschoor

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van kaalscheren
    • ... dat ik kaalschoor. 
    • ... dat jij kaalschoor. 
    • ... dat hij, zij, het kaalschoor. 

Gangbaarheid