jizkoriem
Nederlands
Uitspraak
- IPA: /jizkoˈrim/
Woordafbreking
- jiz·ko·riem
Woordherkomst en -opbouw
- van Hebreeuws יִזְכֹּרים zn (jizkoriem) [1]
Zelfstandig naamwoord
de jizkoriem mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jizkor
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'jizkoriem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.