jamiem noraïem
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jamiem noraïem (hulp, bestand)
- IPA: /jaˈmim noraˈʔim/
Woordafbreking
- ja·miem no·ra·iem
Woordherkomst en -opbouw
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'ontzagwekkende dagen', 'geduchte dagen' [1]
Zelfstandig naamwoord
jamiem noraïem mv
- (Jiddisch-Hebreeuws) benaming voor Rosj Hasjana en Jom Kipoer
- (Jiddisch-Hebreeuws) (bij uitbreiding ook:) periode van tien dagen waarbinnen de jamiem noraïem vallen, eigenlijk: aseret jemee tesjoeva
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'jamiem noraïem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.