jídáš

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /jiːdaːʃ/
Woordafbreking
  • jí·dáš

Werkwoord

jídáš

  1. informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord jídat