irroga
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
irrogar |
irroga
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrogar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrogar
vervoeging van |
---|
irrogarse |
irroga
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrogarse