inzogen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·zo·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzuigen |
inzogen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inzuigen
- ...dat wij inzogen.
- ...dat jullie inzogen.
- ...dat zij inzogen.
- ...dat wij inzogen.
vervoeging van |
---|
inzuigen |
inzogen