intoomde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·toom·de

Werkwoord

vervoeging van
intomen

intoomde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van intomen
    • ... dat ik intoomde. 
    • ... dat jij intoomde. 
    • ... dat hij, zij, het intoomde.