internaliseerde
Uiterlijk
- in·ter·na·li·seer·de
vervoeging van |
---|
internaliseren |
internaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van internaliseren
- Ik internaliseerde.
- Jij internaliseerde.
- Hij, zij, het internaliseerde.
- Ik internaliseerde.
- Het woord internaliseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.