interdiga

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
interdecir

interdiga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van interdecir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van interdecir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van interdecir