instieten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·stie·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
instoten |
instieten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van instoten
- ...dat wij instieten.
- ...dat jullie instieten.
- ...dat zij instieten.
- ...dat wij instieten.
Gangbaarheid
- Het woord 'instieten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.