insmolten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·smol·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
insmelten |
insmolten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van insmelten
- ...dat wij insmolten.
- ...dat jullie insmolten.
- ...dat zij insmolten.
- ...dat wij insmolten.