inscande

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·scan·de

Werkwoord

vervoeging van
inscannen

inscande

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inscannen
    • ... dat ik inscande. 
    • ... dat jij inscande. 
    • ... dat hij, zij, het inscande. 

Gangbaarheid