innbyggere

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • inn·byg·ge·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel inn-
Naar frequentie 8810

Zelfstandig naamwoord

innbyggere, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van innbygger