Naar inhoud springen

inhuurde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 21 feb 2016 om 21:19 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • in·huur·de
vervoeging van
inhuren

inhuurde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhuren
    • ... dat ik inhuurde. 
    • ... dat jij inhuurde. 
    • ... dat hij, zij, het inhuurde.