indbyggeren
Deens
Woordafbreking
- ind·byg·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel ind-
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
indbyggeren, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van innbygger
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
indbyggeren, g