imparta

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
impartir

imparta

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van impartir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van impartir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van impartir