immobiliseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·mo·bi·li·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
immobiliseren |
immobiliseerden
- meervoud verleden tijd van immobiliseren
- Wij immobiliseerden.
- Jullie immobiliseerden.
- Zij immobiliseerden.
- Wij immobiliseerden.
Gangbaarheid
- Het woord immobiliseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.