huurde scheef
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huur·de scheef
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scheefhuren |
huurde scheef
- enkelvoud verleden tijd van scheefhuren
- Ik huurde scheef.
- Jij huurde scheef.
- Hij, zij, het huurde scheef.
- Ik huurde scheef.