huishoudinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huis·hou·din·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van huishouding met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het huishoudinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord huishouding