hovořily
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ɦɔvɔr̝ɪlɪ/
Woordafbreking
- ho·vo·ři·ly
Werkwoord
hovořily
- onbezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord hovořit
- vrouwelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord hovořit
- onbezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord hovořit
- vrouwelijk meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord hovořit