hovořily

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɦɔvɔr̝ɪlɪ/
Woordafbreking
  • ho·vo·ři·ly

Werkwoord

hovořily

  1. onbezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord hovořit
  2. vrouwelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord hovořit
  3. onbezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord hovořit
  4. vrouwelijk meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord hovořit
Gelijkklinkende woorden