hogeschoolrij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·ge·school·rij

Werkwoord

vervoeging van
hogeschoolrijden

hogeschoolrij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hogeschoolrijden
    • Ik hogeschoolrij. 
  2. gebiedende wijs van hogeschoolrijden
    • Hogeschoolrij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hogeschoolrijden
    • Hogeschoolrij je?