hinkte achterop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hink·te ach·ter·op

Werkwoord

vervoeging van
achterophinken

hinkte achterop

  1. enkelvoud verleden tijd van achterophinken
    • Ik hinkte achterop. 
    • Jij hinkte achterop. 
    • Hij, zij, het hinkte achterop.