hinche

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
henchir

hinche

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
vervoeging van
henchirse

hinche

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
vervoeging van
hinchar

hinche

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
vervoeging van
hincharse

hinche

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse
vervoeging van
hinchir

hinche

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir