herschrijf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·schrijf

Werkwoord

vervoeging van
herschrijven

herschrijf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herschrijven
    • Ik herschrijf. 
  2. gebiedende wijs van herschrijven
    • Herschrijf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herschrijven
    • Herschrijf je?