herregistreerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·re·gis·treer·de

Werkwoord

vervoeging van
herregistreren

herregistreerde

  1. enkelvoud verleden tijd van herregistreren
    • Ik herregistreerde. 
    • Jij herregistreerde. 
    • Hij, zij, het herregistreerde.