herregistreerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·re·gis·treer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herregistreren |
herregistreerde
- enkelvoud verleden tijd van herregistreren
- Ik herregistreerde.
- Jij herregistreerde.
- Hij, zij, het herregistreerde.
- Ik herregistreerde.