herpakte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·pak·te

Werkwoord

vervoeging van
herpakken

herpakte

  1. enkelvoud verleden tijd van herpakken
    • Ik herpakte. 
    • Jij herpakte. 
    • Hij, zij, het herpakte. 
     Ze zag eruit alsof ze een klap om haar oren had gekregen en ik had er meteen enorm veel spijt van. Maar als de Lauritzen die ze was herpakte ze zich snel en herhaalde de truc van het aansteken van een sigaret.[1]
  2. verbogen vorm van herpakt, voltooid deelwoord van herpakken

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767