heronderhandel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·on·der·han·del

Werkwoord

vervoeging van
heronderhandelen

heronderhandel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heronderhandelen
    • Ik heronderhandel. 
  2. gebiedende wijs van heronderhandelen
    • Heronderhandel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heronderhandelen
    • Heronderhandel je?