herintegreer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·in·te·greer

Werkwoord

vervoeging van
herintegreren

herintegreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herintegreren
    • Ik herintegreer. 
  2. gebiedende wijs van herintegreren
    • Herintegreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herintegreren
    • Herintegreer je?