hergroepeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·groe·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hergroeperen |
hergroepeerde
- enkelvoud verleden tijd van hergroeperen
- Ik hergroepeerde.
- Jij hergroepeerde.
- Hij, zij, het hergroepeerde.
- Ik hergroepeerde.