herevalueerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·eva·lu·eer·de

Werkwoord

vervoeging van
herevalueren

herevalueerde

  1. enkelvoud verleden tijd van herevalueren
    • Ik herevalueerde. 
    • Jij herevalueerde. 
    • Hij, zij, het herevalueerde.