herbewapende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·be·wa·pen·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herbewapenen |
herbewapende
- enkelvoud verleden tijd van herbewapenen
- Ik herbewapende.
- Jij herbewapende.
- Hij, zij, het herbewapende.
- Ik herbewapende.
vervoeging van |
---|
herbewapenen |
herbewapende