heenvaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- heen·vaar
Werkwoord
vervoeging van |
---|
heenvaren |
heenvaar
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heenvaren
- ... dat ik heenvaar.
Gangbaarheid
- Het woord heenvaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.