hashtagden
Uiterlijk
- Geluid: hashtagden (hulp, bestand)
- hash·tag·den
vervoeging van |
---|
hashtaggen |
hashtagden
- meervoud verleden tijd van hashtaggen
- Wij hashtagden.
- Jullie hashtagden.
- Zij hashtagden.
- Wij hashtagden.
- Het woord hashtagden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.