harddraaf
- hard·draaf
vervoeging van |
---|
harddraven |
harddraaf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harddraven
- Ik harddraaf.
- gebiedende wijs van harddraven
- Harddraaf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harddraven
- Harddraaf je?