hapten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hap·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
happen |
hapten
- meervoud verleden tijd van happen
- Wij hapten.
- Jullie hapten.
- Zij hapten.
- Wij hapten.
vervoeging van |
---|
happen |
hapten