handwerkje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·werk·je

Zelfstandig naamwoord

het handwerkjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handwerk
     Ik werd door een lege eetzaal naar een warme, verlichte salon gebracht waar een oude dame zat met een handwerkje naast zich.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767