haarkloofde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: haarkloofde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- haar·kloof·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
haarkloven |
haarkloofde
- enkelvoud verleden tijd van haarkloven
- Ik haarkloofde.
- Jij haarkloofde.
- Hij, zij, het haarkloofde.
- Ik haarkloofde.