gutsten
Uiterlijk
- guts·ten
vervoeging van |
---|
gutsen |
gutsten
- meervoud verleden tijd van gutsen
- Wij gutsten.
- Jullie gutsten.
- Zij gutsten.
- Wij gutsten.
- Het woord gutsten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
gutsen |
gutsten