guider
Uiterlijk
- gui·der
Naar frequentie | 22204 |
---|
guider
- tegenwoordige tijd van guide
guider, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van guide
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
guider |
guidais |
guidé |
eerste groep | volledig |
guider
- overgankelijk gidsen ww ; de weg wijzen; leiden [3]
- gui·der
Naar frequentie | 36896 |
---|
guider
- tegenwoordige tijd van guide
guider, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van guide
Categorieën:
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Deens
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Deens
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Werkwoord in het Frans
- Overgankelijk werkwoord in het Frans
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors