grimde aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grimde aan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grim·de aan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aangrimmen |
grimde aan
- enkelvoud verleden tijd van aangrimmen
- Ik grimde aan.
- Jij grimde aan.
- Hij, zij, het grimde aan.
- Ik grimde aan.