grijsreden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grijsreden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grijs·re·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grijsrijden |
grijsreden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van grijsrijden
- ...dat wij grijsreden.
- ...dat jullie grijsreden.
- ...dat zij grijsreden.
- ...dat wij grijsreden.